Afbeeldingen aanpassen : Basiscorrecties automatisch toepassen op foto's
 
Basiscorrecties automatisch toepassen op foto's
Als u niet zeker weet welke aanpassingen aan een foto nodig zijn, kunt u de opdracht Eénstaps-fotocorrectie of Slimme fotocorrectie gebruiken om te zien of dit de gewenste resultaten oplevert. Met de Eénstaps-fotocorrectie past u automatisch een vooringestelde reeks kleurbalans- en verscherpingscorrecties toe op de foto. U hoeft alleen de opdracht maar te selecteren. Als u dezelfde correcties wilt kunnen verfijnen voordat u ze toepast, kunt u de opdracht Slimme fotocorrectie gebruiken.
Met Eénstaps-fotocorrectie verbetert u heel snel en gemakkelijk de belichting en witbalans van afbeeldingen.
Met de geavanceerde opties van Slimme fotocorrectie kunt u de witbalans aanpassen door de neutrale delen van de foto (zwart, grijs en wit) in de foto aan te geven, die dan worden gebruikt als voorbeeldpunten. Met de geavanceerde opties kunt u ook de donkerste en lichtste pixels van de foto aanpassen zonder de witbalans van de foto te beïnvloeden.
Neutrale voorbeeldpunten worden aangegeven door middel van de geavanceerde opties van de opdracht Slimme fotocorrectie
Basiscorrecties toepassen met Eénstaps-fotocorrectie
Tabblad Bewerken 
Kies Aanpassen > Eénstaps-fotocorrectie.
Na een korte pauze worden verschillende basiscorrecties op uw foto toegepast.
De toegepaste correcties zijn dezelfde als die zouden worden toegepast wanneer u de gesuggereerde instellingen van Slimme fotocorrectie accepteert.
Als de wijzigingen aan uw foto niet naar wens zijn, kies dan Bewerken > Ongedaan maken. Kies daarna Aanpassen > Slimme fotocorrectie en pas de beschikbare instellingen aan. U kunt ook proberen andere opdrachten uit het menu Aanpassen te gebruiken, zoals Helderheid en contrast > Curven of Helderheid en contrast > Niveaus.
Basiscorrecties bijstellen met Slimme fotocorrectie
Tabblad Bewerken 
1 Kies Aanpassen > Slimme fotocorrectie.
Het dialoogvenster Slimme fotocorrectie verschijnt. In het bovenste gedeelte van het dialoogvenster ziet u de oorspronkelijke foto in het vak Vóór. In het vak Na ziet u hoe de foto eruitziet na toepassing van de voorgestelde basisaanpassingen.
2 Voer een of meer taken uit de onderstaande tabel uit en klik op OK.
 
Als u dit wilt doen,
Handelt u als volgt:
De foto lichter of donkerder maken
Voer of stel een waarde in voor Alles, Schaduwen en Hoge lichten in het groepsvak Helderheid of pas de betreffende schuifregelaars aan.
Opmerking: Positieve waarden maken de foto lichter en negatieve waarden maken deze donkerder.
De verzadiging verhogen of verlagen
Typ of stel een waarde in voor het element Verzadiging of verstel de schuifbalk.
Opmerking: Positieve instellingen maken kleuren levendiger; negatieve instellingen maken ze minder levendig.
De randen van de foto scherper maken
Typ of stel een waarde in voor het element Focus of versleep de schuifregelaar.
U kunt de oorspronkelijke waarde van alle instellingen herstellen door op Instellingen voorstellen te klikken of de instellingen annuleren door te klikken op de knop Standaardwaarden herstellen .
Om de geavanceerde instellingen van het element Slimme fotocorrectie te gebruiken, markeert u het selectievakje Geavanceerde opties.
De geavanceerde opties van Slimme fotocorrectie gebruiken
Tabblad Bewerken 
1 Markeer in het dialoogvenster Slimme fotocorrectie het selectievakje Geavanceerde opties.
Er verschijnen meer opties in het dialoogvenster.
2 Voer een of meer taken uit de onderstaande tabel uit en klik op OK.
 
Als u dit wilt doen,
Handelt u als volgt:
Gebruik de voorbeeldpunten voor kleurbalans
Markeer het selectievakje Witbalans. De neutrale gebieden van de foto (zwart, grijs en wit) worden aangegeven in het vak Vóór.
Opmerking: Sommige foto's hebben geen zwarte, grijze, of witte gebieden, waardoor er geen voorbeeldpunten worden aangegeven.
De voorbeeldpunten van een foto negeren
Verwijder de markering van het selectievakje Witbalans. Markeer het vakje opnieuw om de voorbeeldpunten weer te gebruiken.
Voorbeeldpunten toevoegen
Klik op gebieden in het deelvenster Vóór die zwart, grijs of wit moeten zijn. Het deelvenster Na wordt bijgewerkt.
Een voorbeeldpunt verwijderen
Klik op het voorbeeldpunt in het vak Vóór. De vakken Vóór en Na worden bijgewerkt.
De donkerste pixels in de foto donkerder maken
Sleep de schuifregelaar Zwart naar rechts of geef een waarde op in het besturingselement naast de schuifregelaar.
De lichtste pixels in de foto lichter maken
Sleep de schuifregelaar Wit naar rechts of geef een waarde op in het besturingselement naast de schuifregelaar.
Klik niet op andere kleuren dan zwart, grijs of wit, anders kunnen er fouten in de witbalans ontstaan (klik bijvoorbeeld niet op een gebied waarvan u weet dat dit blauw is). Klik alleen op punten waarvan u weet dat ze zwart, wit of grijs moeten zijn.
Voorbeeldpunten kunnen niet worden gesleept of verplaatst.
Het histogram kan alleen worden weergegeven. U kunt het niet slepen of delen ervan aanpassen. In het grijze gedeelte wordt de originele foto weergegeven (Vóór) en in het rode overlaygedeelte de aanpassingen. De zwarte driehoek beweegt samen met de schuifregelaar Zwart en de witte driehoek beweegt samen met de schuifregelaar Wit. Meer informatie over het histogram vindt u in Helderheid, contrast en duidelijkheid aanpassen.