Werken met lagen : Lagen mengen
 
Lagen mengen
U kunt aantrekkelijke effecten maken door de manier te wijzigen waarop pixels van één laag met pixels van onderliggende lagen worden gemengd. Corel PaintShop Pro bevat talrijke mengmodi. De gemengde pixels worden standaard in de afbeelding getoond, terwijl de afzonderlijke lagen ongewijzigd blijven.
Wanneer de lagen zijn gemengd, heeft elke laag de mengmodus Normaal, waardoor pixels worden gemengd op basis van de dekking van de geselecteerde laag. De geselecteerde laag wordt gemengd met alle onderliggende lagen, niet alleen met de laag die er direct onder ligt.
Behalve de mengmodus kunt u ook het mengbereik van een laag instellen. Standaard is de mengmodus van toepassing op alle pixels. Het mengbereik beperkt de pixels waarop de mengmodus wordt toegepast. In mengbereiken wordt de dekking ingesteld op basis van de helderheid of het kleurkanaal, zodat kleuren uit de geselecteerde laag worden weggelaten en andere kleuren zichtbaar worden.
Inzicht in mengmodi
In de volgende tabel worden de verschillende mengmodi beschreven.
 
Mengmodus
Resultaat
Normaal
Pixels van onderliggende lagen worden weergegeven op basis van de dekking van pixels op de geselecteerde laag. Als de geselecteerde laag volledig dekkend is, zijn er geen pixels zichtbaar. Hoe lager de dekking, hoe meer pixels van onderliggende lagen zichtbaar zijn.
Donkerder
Pixels in de geselecteerde laag die donkerder zijn dan de onderliggende lagen worden weergegeven. Pixels die lichter zijn dan de onderliggende lagen verdwijnen.
Lichter
Pixels in de geselecteerde laag die lichter zijn dan de onderliggende lagen worden weergegeven. Pixels die donkerder zijn dan de onderliggende lagen verdwijnen.
Kleurtoon
De kleurtoon van de geselecteerde laag wordt toegepast op de onderliggende lagen (waarbij de verzadiging en helderheid ongewijzigd blijven).
Kleurtoon (oud)
Werkt op vergelijkbare wijze als de mengmodus Kleurtoon. Deze mengmodus is behouden vanwege de compatibiliteit met eerdere versies van Paint Shop Pro.
Verzadiging
De verzadiging van de geselecteerde laag wordt toegepast op de onderliggende lagen, waarbij de kleurtoon en helderheid ongewijzigd blijven. Deze mengmodus is alleen beschikbaar voor afbeeldingen met 16 miljoen kleuren.
Verzadiging (oud)
Werkt op vergelijkbare wijze als de mengmodus Verzadiging. Deze mengmodus is behouden vanwege de compatibiliteit met eerdere versies van Paint Shop Pro.
Kleur
De kleurtoon en verzadiging van de geselecteerde laag worden toegepast op de onderliggende lagen (waarbij de helderheid ongewijzigd blijft). Deze mengmodus is alleen beschikbaar voor afbeeldingen met 16 miljoen kleuren.
Kleur (oud)
Werkt op vergelijkbare wijze als de mengmodus Kleur. Deze mengmodus is behouden vanwege de compatibiliteit met eerdere versies van de toepassing.
Luminantie
De luminantie (of helderheid) van de geselecteerde laag wordt toegepast op de onderliggende lagen, waarbij de kleurtoon en verzadiging ongewijzigd blijven. Deze mengmodus is alleen beschikbaar voor afbeeldingen met 16 miljoen kleuren.
Luminantie (oud)
Werkt op vergelijkbare wijze als de mengmodus Luminantie. Deze mengmodus is behouden vanwege de compatibiliteit met eerdere versies van Paint Shop Pro.
Vermenigvuldigen
De kleuren van de geselecteerde laag worden gecombineerd met de onderliggende lagen, waardoor een donkerdere kleur ontstaat. Vermenigvuldiging van een kleur met zwart levert zwart op. Bij vermenigvuldiging met wit blijft een kleur ongewijzigd. Deze mengmodus levert hetzelfde resultaat op, ongeacht de volgorde waarin de lagen zijn gestapeld op het palet Lagen.
Bleken
De kleuren van onderliggende lagen worden lichter gemaakt door het tegenovergestelde van de geselecteerde laag en de onderliggende lagen te vermenigvuldigen. De kleur die ontstaat komt overeen met die van de geselecteerde laag of een lichtere versie hiervan. Deze mengmodus levert hetzelfde resultaat op, ongeacht de volgorde waarin de lagen zijn gestapeld op het palet Lagen.
Oplossen
De kleuren van een aantal pixels op de geselecteerde laag worden op willekeurige wijze vervangen door pixels van de onderliggende lagen, waardoor een stippeleffect ontstaat. De dekking van de geselecteerde laag bepaalt het aantal pixels dat wordt vervangen: hoe lager de dekking, des te hoger het aantal pixels dat wordt vervangen.
Overlay
Dit is een combinatie van de mengmodi Vermenigvuldigen en Bleken. Als de kleurkanaalwaarde van onderliggende lagen kleiner is dan de helft van de maximumwaarde, wordt de mengmodus Vermenigvuldigen gebruikt. Als de kleurkanaalwaarde groter dan of gelijk is aan de helft van de waarde, wordt de mengmodus Bleken gebruikt. In de mengmodus Overlay worden patronen of kleuren van de geselecteerde laag weergegeven, terwijl de schaduwen en markeringen van onderliggende lagen bewaard blijven.
Hard licht
Dit is een combinatie van de mengmodi Vermenigvuldigen en Bleken. Als de kleurkanaalwaarde van de geselecteerde laag kleiner is dan 128, wordt de mengmodus Vermenigvuldigen gebruikt. Als de kleurkanaalwaarde groter is dan of gelijk aan 128, wordt de mengmodus Bleken gebruikt. U kunt de mengmodus Hard licht gebruiken om markeringen of schaduwen toe te voegen.
Zacht licht
Dit is een combinatie van de mengmodi Doordrukken en Tegenhouden. Als de kleurkanaalwaarde van de geselecteerde laag kleiner is dan 128, wordt de mengmodus Doordrukken gebruikt. Als de kleurkanaalwaarde groter dan of gelijk is aan 128, wordt de mengmodus Tegenhouden gebruikt. U kunt de mengmodus Zacht licht gebruiken voor het toevoegen van schaduwen of markeringen die vaag van omtrek zijn.
Verschil
De kleur van de geselecteerde laag wordt afgetrokken van de kleur van de onderliggende lagen. Deze mengmodus levert hetzelfde resultaat op, ongeacht de volgorde waarin de lagen zijn gestapeld op het palet Lagen.
Tegenhouden
De afbeelding wordt lichter doordat de helderheidswaarden van de kleuren in de geselecteerde laag de kleuren van de onderliggende laag lichter maken. Lichte kleuren leveren het lichtste resultaat op; zwart heeft geen effect.
Doordrukken
De afbeelding wordt donkerder doordat de helderheidswaarden van de geselecteerde laag de helderheid van de onderliggende lagen verminderen.
Uitsluiten
Hiermee ontstaat min of meer hetzelfde effect als met de mengmodus Verschil, maar iets zachter. De mengmodus Uitsluiten levert hetzelfde resultaat op, ongeacht de volgorde waarin de lagen worden gestapeld op het palet Lagen.
De mengmodus van een laag instellen
Tabblad Bewerken 
1 Dubbelklik op het palet Lagen op de laag om het dialoogvenster Eigenschappen laag te openen.
2 Klik op het tabblad Mengbereiken.
3 Selecteer in de vervolgkeuzelijst Mengkanaal een kanaal dat voor het mengen van lagen moet worden gebruikt.
Selecteer Grijs kanaal als de dekking moet worden gebaseerd op de helderheidswaarden van lagen. Selecteer Rood kanaal, Groen kanaal of Blauw kanaal als de dekking moet worden gebaseerd op de respectievelijke kleurwaarden.
4 Versleep de bovenste pijlen voor het instellen van de waarden waarbij de dekking 100 procent is.
U kunt de dekking van een laag bijvoorbeeld instellen op 100 procent tussen de helderheidswaarden 43 en 126, terwijl de dekking afneemt in de lichtste en donkerste gebieden.
5 Sleep de onderste pijltjes voor het instellen van de waarden waarbij de dekking 0 procent is.
6 Klik op OK.