Afdrukken : Sjablonen bewerken
 
Sjablonen bewerken
In een afdrukweergavemodus kunt u meerdere cellen tegelijk wijzigen. De positie en het formaat van een cel worden echter vergrendeld wanneer de weergave wordt opgeslagen als een sjabloon, waardoor sjablooncellen niet kunnen worden verplaatst en het formaat ervan niet kan worden aangepast. U kunt een verklarende tekst toevoegen aan een sjabloon, wat nuttig kan zijn als u in de toekomst naar sjablonen zoekt.
Als u een afdrukweergave wilt maken met bepaalde afbeeldingen die u herhaald wilt afdrukken, slaat u de afdrukweergave op als een sjabloon met koppelingen naar de afbeeldingen. Telkens wanneer u de sjabloon opent, worden de afbeeldingen die u in de afdrukweergave heeft geplaatst, geopend en weergegeven.
Als u een opgeslagen afdruksjabloon niet meer nodig heeft, kunt u deze gemakkelijk verwijderen.
Belangrijk! Wanneer u een sjabloon afdrukt op een dikkere papiersoort, zoals glanzend fotopapier, passen de afbeeldingen in de afgedrukte sjabloon soms niet precies binnen de randen van de cel. Dit kunt u corrigeren door de positie van de sjabloonweergave te verplaatsen in Corel PaintShop Pro.
Sjablooncellen bewerken
Tabblad Bewerken 
1 Klik op de cel die u wilt bewerken.
Als u meerdere cellen wilt bewerken, houdt u de Ctrl-toets ingedrukt terwijl u op de cellen klikt.
2 Kies Bewerken en kies de opdrachten die u wilt toepassen op de sjablooncellen.
Verklarende tekst voor een sjabloon opgeven
Tabblad Bewerken 
1 Laad een sjabloon of maak een nieuwe sjabloon.
2 Klik op de werkbalk Afdrukweergave op de knop Sjabloon opslaan .
Het dialoogvenster Opslaan verschijnt.
Als u een specifieke naam voor de sjabloon wilt opgeven, typt u een naam voor de sjabloon in het veld Naam.
3 Voer in het veld Beschrijving de gewenste gegevens in.
Schakel het selectievakje Met afbeeldingen opslaan in als u de sjabloon wilt opslaan met de afbeeldingen die deze bevat.
4 Klik op OK.
Als u de oorspronkelijke naam van de sjabloon niet heeft gewijzigd, wordt u gevraagd de sjabloon te overschrijven of de bewerking te annuleren.
De sjabloonpositie verplaatsen
Tabblad Bewerken 
 
Als u dit wilt doen,
handelt u als volgt:
De sjabloon 1,25 mm verplaatsen
Houd de Ctrl-toets ingedrukt en druk op de pijltjestoetsen
De sjabloon 2,5 mm verplaatsen
Houd de Ctrl- en Shift-toets ingedrukt en druk op de pijltjestoetsen.
Als dezelfde afdrukfout steeds optreedt op een bepaalde printer, kunt u de sjabloonpositie aanpassen en onder een andere naam opslaan, zodat u die sjabloon in het vervolg voor de betreffende printer kunt gebruiken.
Van een sjabloon met afbeeldingen weer een afdrukweergave maken
Tabblad Bewerken 
1 Open de sjabloon die u wilt bewerken.
2 Klik op de knop Nieuwe sjabloon..
Er wordt een dialoogvenster geopend met de vraag of u de huidige afbeeldingen in de nieuwe sjabloon wilt behouden.
3 Klik op Ja.
Een sjabloon met afbeeldingen opslaan
Tabblad Bewerken 
1 Klik op de knop Sjabloon opslaan .
Het dialoogvenster Opslaan verschijnt.
2 Typ in het veld Naam een naam voor de nieuwe sjabloon.
3 Schakel het selectievakje Met afbeeldingen opslaan in.
4 Klik op OK.
Een sjabloon verwijderen
Tabblad Bewerken 
1 Kies Bestand > Afdrukweergave.
2 Klik in het venster Afdrukweergave op Sjabloon openen .
Het dialoogvenster Sjablonen wordt geopend.
3 Kies een categorie uit de lijst met categorieën.
4 Selecteer de miniatuurweergave van de sjabloon die u wilt verwijderen.
5 Klik op Verwijderen.