Probleem | Hoe u het op het tabblad Bewerken kunt oplossen |
De algehele foto zou er beter uit moeten zien. | Om automatisch een set basiscorrecties voor foto's toe te passen, kiest u Aanpassen > Eénstaps-fotocorrectie. Om een set basiscorrecties voor foto's bij te stellen en toe te passen, kiest u Aanpassen > Slimme fotocorrectie. |
Een gedeelte van de foto is te donker (onderbelicht) | Om donkere gedeeltes van een foto snel aan te passen, kiest u Aanpassen > Invulflits of Aanpassen > Helderheid en contrast > Invullicht/duidelijkheid. Voor het toepassen van een uitgebreide reeks aanpassingen kiest u Aanpassen > Slimme fotocorrectie. Voor toegang tot opdrachten voor het corrigeren van helderheid en contrast kiest u Aanpassen > Helderheid en contrast. Probeer vooral de opdrachten Curven en Niveaus. |
Een deel van de foto is te licht (overbelicht). | Om de lichte delen van een foto snel aan te passen, kiest u Aanpassen > Achtergrondlicht. Voor het toepassen van een uitgebreide reeks aanpassingen kiest u Aanpassen > Slimme fotocorrectie. Voor toegang tot opdrachten voor het corrigeren van helderheid en contrast kiest u Aanpassen > Helderheid en contrast. Probeer vooral de opdrachten Curven en Niveaus. |
Een bepaald gedeelte van de foto is te donker of te licht. | Gebruik zorgvuldig het selectiegereedschap om alleen het onder- of overbelichte deel van de foto te selecteren. Pas daarna een van de eerder in deze tabel omschreven aanpassingen toe. Opmerking: De opdrachten Eénstaps-fotocorrectie en Slimme fotocorrectie werken voor de gehele afbeeldingen, ook als u een selectie hebt gemaakt. Zie Werken met selecties voor meer informatie. |
Het contrast van de foto is te hoog of te laag. | Om het contrast aan te passen en eventueel andere instellingen aan te passen, kiest u Aanpassen > Slimme fotocorrectie. U kunt ook Aanpassen > Helderheid en contrast > Helderheid/contrast kiezen. |
U beschikt over een reeks digitale foto's met bracketing, maar u hebt een manier nodig om ze samen te voegen tot één foto. | Kies Bestand > HDR > Belichting samenvoegen en gebruik deze opdracht om de beste details van twee tot negen foto's met bracketing in één foto samen te voegen. |
De foto heeft een kleurzweem of andere onnatuurlijke kleuren doordat de foto binnenshuis zonder flits is genomen. | Om de kleurzweem te verwijderen, kiest u Aanpassen > Helderheid en contrast > Curven. Voor het toepassen van een uitgebreide reeks aanpassingen kiest u Aanpassen > Slimme fotocorrectie. Voor toegang tot opdrachten voor het corrigeren van helderheid en contrast kiest u Aanpassen > Helderheid en contrast. |
Iemand op de foto heeft een onnatuurlijke huidskleur. | Om de tonale balans van een foto aan te passen, kiest u Aanpassen > Witbalans. |
Een gescande foto bevat krassen of scheurtjes. | Kies het gereedschap Krasjes verwijderen , het Makeover-gereedschap of het gereedschap Kloonpenseel op de werkbalk Gereedschappen. Zie Afbeeldingen retoucheren en herstellen voor meer informatie. |
Er komen kleine onnatuurlijk gekleurde stippen (grofkorreligheid) voor, vooral bij vergrotingen. | Om automatisch ruiscorrectie toe te passen, kiest u Aanpassen > Eénstaps ruisverwijdering. Om geavanceerde opties voor ruiscorrectie toe te passen, kiest u Aanpassen > Digitale ruis verwijderen. Om andere soorten ruis uit de afbeelding te verwijderen, kiest u Aanpassen > Ruis toevoegen/verwijderen en dan de gewenste opdracht. |
Paarse uitvloeiing en andere kleurafwijkingen aan de randen van de foto. | Om de paarse uitvloeiing automatisch te verwijderen, kiest u Aanpassen > Eénstaps-paarse uitvloeiingscorrectie. Om geavanceerde opties voor het corrigeren van kleurafwijkingen te gebruiken, kiest u Aanpassen > Kleurafwijking verwijderen. |
Iemand op de foto heeft rode ogen. | Om rode ogen snel te verwijderen, kiest u het gereedschap Rode ogen . Om geavanceerde opties voor het verwijderen van rode ogen te gebruiken, kiest u Aanpassen > Rode ogen verwijderen. |
Iemand op de foto heeft een vlekkerige huid, gele tanden of een huid die geen levendige indruk achterlaat. | Selecteer het gereedschap Makeover op de werkbalk Gereedschappen. Op het palet Gereedschapsopties stelt u de modus in op Vlekverwijderaar , Tandenborstel of Zongebruinde tint . |
De foto is mistig of wazig. | Om een slecht belichte afbeelding te verbeteren, kiest u Aanpassen > Helderheid en contrast > Niveaus. Om de algemene duidelijkheid te verbeteren, kiest u Aanpassen > Helderheid en contrast > Plaatselijke tonemapping. |
De foto lijkt niet scherp. | Om te verscherpen met hoge frequentie, kiest u Aanpassen > Scherpte > High-pass verscherpen. Om op een andere manier te verscherpen, kiest u Aanpassen > Scherpte en kiest u een opdracht. |
De foto moet worden rechtgetrokken. | Kies het gereedschap Rechttrekken op de werkbalk Gereedschappen. Zie Afbeeldingen retoucheren en herstellen voor meer informatie. |
Het perspectief van de voorwerpen op de foto lijkt niet juist. | Selecteer het gereedschap Perspectiefcorrectie op de werkbalk Gereedschappen. Zie Afbeeldingen retoucheren en herstellen voor meer informatie. |
De kwaliteit van de foto is beïnvloed door lensvervorming. | Kies Aanpassen > Tonvormige vertekening corrigeren, Aanpassen > Bolvormige vertekening corrigeren of Aanpassen > Correctie speldenkussenvervorming. U vindt meer informatie over lensvervormingen in Lensvervormingen corrigeren. |
Er verschijnt een ongewenst patroon op een gescande afbeelding. | Kies Aanpassen > Ruis toevoegen/verwijderen > Verwijdering moiré-patroon. |
Een gescande foto lijkt oud en vervaagd | Kies Aanpassen > Kleur > Vervagingscorrectie. |