Werken met lagen : Lagen koppelen
 
Lagen koppelen
U kunt lagen koppelen om ervoor te zorgen dat de lagen samen op het afbeeldingsdoek worden verplaatst wanneer u één laag verplaatst met het gereedschap Verplaatsen.
U kunt gegroepeerde lagen koppelen om ervoor te zorgen dat alle lagen in een lagengroep samen op het afbeeldingsdoek worden verplaatst. Ook kunt u afzonderlijke lagen van verschillende lagengroepen koppelen, zodat ze samen worden verplaatst zonder de overige lagen in de lagengroep.
Zijn koppelingen van invloed op de stapelvolgorde?
Koppelingen hebben geen invloed op de stapelvolgorde, ze hebben alleen invloed op verplaatsingen op het afbeeldingsdoek met behulp van het gereedschap Verplaatsen. U kunt lagen alleen samen in de stapelvolgorde verplaatsen door ze te groeperen. Wanneer u een lagengroep in de stapelvolgorde verplaatst, worden alle lagen verplaatst, ongeacht of de groep gekoppeld is.
Lagen koppelen
Tabblad Bewerken 
1 Selecteer in het palet Lagen de laag die u wilt koppelen en klik op de knop Koppelen/ontkoppelen .
Lagen ontkoppelen
Tabblad Bewerken 
Selecteer de laag die u wilt koppelen of ontkoppelen op het palet Lagen en klik op de knop Koppelen/ontkoppelen .
Het koppelingspictogram wordt van de laag verwijderd.
Lagengroepen koppelen of ontkoppelen
Tabblad Bewerken 
Selecteer de laaggroep die u wilt koppelen of ontkoppelen op het palet Lagen en klik op de knop Groep koppelen/ontkoppelen .
De knop verschijnt geaccentueerd op de werkbalk als een gekoppelde groep is geselecteerd, de knop wordt niet geaccentueerd als u een ongekoppelde groep selecteert.
U kunt een groep ook koppelen of ontkoppelen door te dubbelklikken op de lagengroep om het dialoogvenster Eigenschappen laag weer te geven. Schakel het selectievakje Groep is gekoppeld in of uit en klik op OK.