Werken met maskers : Maskers laden
 
Maskers laden
Wanneer u een masker opslaat naar een alfakanaal binnen een afbeelding die is opgeslagen in de PspImage-indeling, kunt u dat masker vanuit het alfakanaal laden in dezelfde of een andere afbeelding.
De map met maskers in de Corel PaintShop Pro-programmamap bevat voorbeeldmaskers die u in afbeeldingen kunt laden, zoals verlopen en verschillende soorten cirkels en vierkanten waarmee afbeeldingen kunnen worden ingelijst. Maskerbestanden hebben de extensie .PspMask.
Een masker laden uit een alfakanaal
Tabblad Bewerken 
1 Kies op het palet Lagen de laag die u wilt maskeren.
2 Kies Lagen > Masker laden/opslaan > Masker laden uit alfakanaal om het dialoogvenster Masker laden uit alfakanaal te openen.
3 Selecteer in de vervolgkeuzelijst Uit document laden de afbeelding met het alfakanaal dat u wilt laden. Kies alleen geopende afbeeldingen met bestaande alfakanalen.
4 Kies in de vervolgkeuzelijst onder de documentnaam het alfakanaal dat het masker bevat.
5 Kies in het groepsvak Oriëntatie een van de volgende opties:
Aanpassen aan doek
Aanpassen aan laag
Huidige staat
6 Kies in het groepsvak Opties een van de volgende opties:
Alle maskers verbergen — hiermee verbergt u pixels rondom een geladen masker dat kleiner is dan het huidige afbeeldingsdoek.
Alle maskers weergeven — hiermee toont u pixels rondom een geladen masker dat kleiner is dan het huidige afbeeldingsdoek.
Markeer het vakje Transparantie omkerenals u de transparantie van de maskerafbeelding om wilt keren.
7 Klik op Laden.
De maskerlaag en de geselecteerde laag worden aan een nieuwe lagengroep toegevoegd.
De maskerlaag wordt alleen op de geselecteerde laag toegepast. Om de maskerlaag op alle onderliggende lagen toe te passen, sleept u deze uit de lagengroep naar het hoofdniveau.
Een masker vanaf schijf laden
Tabblad Bewerken 
1 Kies op het palet Lagen de laag die u wilt maskeren.
2 Kies Lagen > Masker laden/opslaan > Masker laden vanaf schijf om het gelijknamige dialoogvenster te openen.
3 In het groepsvak Masker klikt u op de vervolgkeuzelijst om masker- en afbeeldingsbestanden te kiezen.
In het groepsvak Voorbeeld wordt het geselecteerde masker weergegeven op het afbeeldingsdoek.
4 Kies in het groepsvak Oriëntatie een van de volgende opties:
Aanpassen aan doek — het masker wordt zo aangepast dat het op het huidige afbeeldingsdoek past (groter/kleiner gemaakt).
Aanpassen aan laag — het masker wordt zo aangepast dat het op de gegevens in de huidige laag past (groter/kleiner gemaakt). Als een laag niet buiten de randen van het doek is verschoven, krijgt u met deze optie hetzelfde resultaat als met de optie Aanpassen aan doek.
Huidige staat — het masker wordt in de linkerbovenhoek van de huidige laag geplaatst. Met deze optie worden de maskereigenschappen niet gewijzigd. Als de maskerafbeelding kleiner is dan de huidige laag, maskeert Corel PaintShop Pro alle pixels buiten de grenzen van de maskerafbeelding.
5 Kies in het groepsvak Opties een optie om aan te geven of pixels rondom de geladen maskergegevens in Corel PaintShop Pro worden getoond of verborgen. Deze opties zijn alleen van invloed op het masker als 'Huidige staat' is ingesteld voor de optie Oriëntatie en als het geladen masker kleiner is dan het huidige afbeeldingsdoek.
Transparantie omkeren — hiermee kunt u de transparantie van de maskerafbeelding omkeren.
Alle maskers verbergen — maakt omliggende pixels zwart om onderliggende pixels te verbergen.
Alle maskers weergeven — maakt omliggende pixels wit om onderliggende pixels weer te geven.
Afbeeldingswaarde gebruiken — omliggende pixels worden wit of zwart gemaakt, afhankelijk van de vraag of op het oorspronkelijke masker de optie Alle maskers weergeven of Alle maskers verbergen was toegepast.
6 Klik op Laden.
Corel PaintShop Pro voegt de maskerlaag en de geselecteerde laag aan een nieuwe lagengroep toe. De maskerlaag wordt alleen op de geselecteerde laag toegepast. Om de maskerlaag op alle onderliggende lagen toe te passen, sleept u deze uit de lagengroep naar het hoofdniveau.