Aanpassen : Voorkeuren voor eenheden instellen
 
Voorkeuren voor eenheden instellen
U kunt opties voor linialen en de standaardresolutie instellen voor afbeeldingen die geen resolutiegegevens bevatten, zoals gescande afbeeldingen. U kunt uitlijnen ook instellen voor vectorcoördinaten en documentgevoelige formaten instellen voor gereedschappen. Daarmee kunt u de maximale grootte van gereedschappen instellen in verhouding tot het documentformaat.
Voorkeuren voor eenheden instellen
Tabblad Bewerken 
Tabblad Beheren 
1 Kies Bestand > Voorkeuren > Algemene programmavoorkeuren.
2 Kies Eenheden in het linkerdeelvenster.
3 Voer een of meer van de volgende taken uit en klik op OK.
 
Als u dit wilt doen,
handelt u als volgt:
Een maateenheid voor de linialen kiezen
Kies in het groepsvak Linialen een maateenheid in de vervolgkeuzelijst Eenheden.
Linialen in zwart-wit weergeven
Kies Zwart op wit in het groepsvak Linialen.
Linialen in kleur weergeven
Kies Kleuren werkbalk in het groepsvak Linialen.
De kleur van de liniaal komt nu overeen met de kleur van de werkbalk.
Vectorobjecten uitlijnen op het midden van de pixel
Schakel in het groepsvak Vectorcoördinaten het selectievakje Uitlijnen op midden van pixel tijdens verplaatsing in.
De standaardresolutie voor afbeeldingen zonder resolutiegegevens instellen
Kies in het groepsvak Standaardresolutie de maateenheid in de vervolgkeuzelijst en voer een waarde in.
Pas de maximale grootte van het gereedschap aan in verhouding tot het documentformaat.
Schakel in het gedeelte Grootte gereedschap het selectievakje Relatieve gereedschapsgrootte inschakelen in en stel een percentage in om de maximale grootte van het gereedschap aan te passen in verhouding tot het document.