Aanpassen : Weergavevoorkeuren instellen
 
Weergavevoorkeuren instellen
Onder Beeld vindt u enkele instellingen waarmee u het gedrag van sommige afbeeldingsvensters bepaalt. U kunt aangeven hoe het afbeeldingsvenster en het vergrotingsniveau zich gedragen als u een afbeelding vergroot of verkleint.
Weergavevoorkeuren instellen
Tabblad Bewerken 
Tabblad Beheren 
1 Kies Bestand > Voorkeuren > Algemene programmavoorkeuren.
2 Kies Beeld in het linkerdeelvenster.
3 Voer een of meer van de volgende taken en klik op OK.
 
Als u dit wilt doen,
handelt u als volgt:
Het formaat van een afbeeldingsvenster wijzigen bij inzoomen
Schakel in het groepsvak Zoomen het selectievakje Venster aanpassen aan afbeelding bij inzoomen in.
Het venster wordt zodanig aangepast dat er zoveel mogelijk van de afbeelding in past.
Het formaat van een afbeeldingsvenster wijzigen bij uitzoomen
Schakel in het groepsvak Zoomen het selectievakje Venster aanpassen aan afbeelding bij uitzoomen in.
Het venster wordt zodanig aangepast dat er zoveel mogelijk van de afbeelding in past.
Het vergrotingsniveau automatisch opnieuw instellen bij het openen van een afbeelding om deze helemaal weer te geven
Schakel in het groepsvak Nieuwe afbeeldingen het selectievakje Automatische grootte in.
Het formaat van het afbeeldingsvenster wijzigen bij het wijzigen van de afbeeldingsgrootte
Schakel in het groepsvak Na het wijzigen van de grootte het selectievakje Venster aanpassen aan afbeelding in.
Het vergrotingsniveau automatisch opnieuw instellen na het wijzigen van het formaat om de afbeelding helemaal weer te geven
Markeer in het groepsvak Na het wijzigen van de grootte het selectievakje Automatische grootte.