Taken automatiseren : Voorinstellingen gebruiken en maken
 
Voorinstellingen gebruiken en maken
Voorinstellingen zijn scripts waarin het gedrag, de eigenschappen of instellingen van een dialoogvenster of gereedschap zijn gedefinieerd. Veel dialoogvensters en gereedschappen hebben een eigen vooraf gedefinieerde, gebruiksklare voorinstellingen, maar u kunt ook uw eigen voorinstellingen ontwerpen en opslaan. Dit is handig als u vaak dezelfde instellingen in een dialoogvenster of gereedschap gebruikt. Met voorinstellingen kunt u de instellingen opslaan en worden deze weergegeven in de vervolgkeuzelijst Voorinstellingen die bij het dialoogvenster of gereedschap horen.
Een voorinstelling kiezen
Tabblad Bewerken 
Kies de gewenste voorinstelling in de vervolgkeuzelijst Voorinstellingen.
Links ziet u de knop voor de vervolgkeuzelijst Voorinstellingen van het gereedschap Pannen in het palet Gereedschapsopties, en rechts ziet u de vervolgkeuzelijst Voorinstellingen in een dialoogvenster.
Standaardwaarden herstellen
Tabblad Bewerken 
Klik in de vervolgkeuzelijst Voorinstellingen op Standaardwaarden herstellen .
Wilt u de instellingen in het dialoogvenster terugzetten op waarden die werden weergegeven toen u het dialoogvenster opende, dan houdt u Shift ingedrukt terwijl u op Standaardwaarden herstellen klikt.
Instellingen opslaan als voorinstelling
Tabblad Bewerken 
1 Wijzig de instellingen in het dialoogvenster of op het palet Opties voor gereedschap.
2 Klik op de knop Voorinstelling opslaan . Het dialoogvenster Voorinstelling opslaan wordt nu geopend.
3 Voer een naam in voor de voorinstelling.
Opmerking: voor een voorinstelling kunt u de naam ‘Standaard’ of ‘Laatst gebruikt’ niet gebruiken.
Wilt u extra voorinstellingsinformatie invoeren, dan klikt u op Opties en voert u vervolgens de informatie in de vakjes Auteur, Copyright en Beschrijving in.
4 Klik op OK.
In het groepsvak Voorinstelling omvat staan de gegevens die u bij een voorinstelling hebt opgeslagen.
Een voorinstelling bewerken
Tabblad Bewerken 
1 Wijzig de instellingen in het dialoogvenster of op het palet Opties voor gereedschap.
2 Klik op de knop Voorinstelling opslaan .
3 Typ dezelfde naam voor de voorinstelling in het vak Naam voorinstelling.
4 Klik op Opties.
Wanneer u gegevens uit het groepsvak Voorinstelling omvat wilt weglaten, klikt u bij de betreffende gegevens op de knop Dit gegevensitem bij/van de voorinstelling opnemen/uitsluiten .
Er komt een witte X te staan op de knop die bij het item hoort.
5 Klik op OK.
Een voorinstelling verwijderen
Tabblad Bewerken 
1 Klik in de vervolgkeuzelijst Voorinstellingen op de knop Bronbeheer .
2 In het dialoogvenster Bronbeheer selecteert u de voorinstelling die u wilt verwijderen.
3 Klik op Verwijderen.