Rondleiding door de werkvlakken : Werkbalken gebruiken
 
Werkbalken gebruiken
Het werkvlak bevat werkbalken met knoppen die handig zijn voor het uitvoeren van veelgebruikte taken. Wanneer u de muisaanwijzer op een knop plaatst, verschijnt de naam in een tip en de statusbalk geeft extra informatie over de opdracht weer. Bovendien biedt het Studiecentrum in het Tabblad Bewerken advies over het gebruik van het gereedschap.
Het Tabblad Bewerken is het belangrijkste toegangspunt voor de volgende werkbalken:
Effecten — bevat opdrachten voor het toepassen van effecten op afbeeldingen.
Foto — hierop staan opdrachten voor het verbeteren van foto's.
Script — bevat opdrachten voor het maken en uitvoeren van scripts.
Standaard — wordt standaard boven in het venster weergegeven en bevat de meestgebruikte beheeropdrachten, bijvoorbeeld voor het opslaan van afbeeldingen, het ongedaan maken van opdrachten en het knippen en plakken van items.
Status — wordt standaard onder in het venster weergegeven en geeft informatie over het geselecteerde gereedschap weer.
Gereedschappen — bevat opties voor verven, tekenen, bijsnijden, tekst typen en het uitvoeren van andere bewerkingstaken voor afbeeldingen.
Web — bevat opdrachten voor het maken en opslaan van afbeeldingen voor het web.
Een werkbalk weergeven of verbergen
Tabblad Bewerken 
Kies Beeld > Werkbalken en klik op de werkbalk die u wilt weergeven en verbergen.
Met een vinkje naast de werkbalknaam in het menu wordt aangegeven dat de werkbalk wordt weergegeven.
U kunt een werkbalk ook weergeven door met de rechtermuisknop op elke werkbalk in het Tabblad Bewerken te klikken, Werkbalken te kiezen en de gewenste werkbalknaam te kiezen.
Als u een specifieke werkbalk wilt verbergen, klikt u op de knop Sluiten van de titelbalk van de werkbalk.
U kunt een zwevend palet weergeven of verbergen door op F2 te drukken.