Werken met penselen : Penseelinstellingen aanpassen
Penseelinstellingen aanpassen
Met het palet Penseelvariatie kunt u de instellingen in het palet Opties voor gereedschap instellen voor specifieke penseelopties. U kunt ook willekeurige aanpassingen aanbrengen door het jitter-percentage te verhogen.
Het gebruik van de instellingen op het palet Penseelvariatie zijn het nuttigst als u een pen-tablet of een 4D-muis gebruikt.
* Penseelinstellingen aanpassen
tabblad Bewerken 
1 Kies Beeld Paletten Penseelvariatie.
2 Kies een penseel op de werkbalk Gereedschappen.
3 Kies de penseelopties in het palet Opties voor gereedschap.
4 Stel op het palet Penseelvariatie de penseelvariatie voor elke optie in (Mengkleur, Kleurtoon, Verzadiging, Helderheid, Grootte, Dekking, Dikte, Rotatie, Dichtheid):
Normaal — geen variatie toepassen.
Druk — hiermee past u variantie toe op het geselecteerde penseelkenmerk op basis van de druk die door een tabletstift wordt uitgeoefend
Hellingshoek — hiermee past u variantie toe op basis van de hoek tussen de tabletstift en het tablet.
Hellingsrichting — hiermee past u variantie toe op basis van de rotatiehoek van de penseelpunt.
Oriëntatie — hiermee past u variantie toe op basis van de rotatiehoek rond de stift (alleen voor 4D-muis)
Fingerwheel — hiermee regelt u de variantie in het penseelkenmerk via het wieltje op een airbrush-stylus.
Zwheel — hiermee regelt u het penseelkenmerk met behulp van een 4D-muiswiel. Het kenmerk is ingesteld om zich te gedragen volgens de huidige toepassing.
Richting — bepaalt de penseelvariantie op basis van de hoek tussen opeenvolgende muispunten op een pad.
Infaden — vervaagt de penseelafdruk van klein naar groot.
Infaden herhalen — vervaagt de penseelafdruk herhaaldelijk van klein naar groot.
Uitfaden — vervaagt de penseelafdruk van groot naar klein.
Oscillerend vervagen — hiermee vervaagt u de penseelafdruk herhaaldelijk afwisselend tussen klein en groot.
Opmerking: Opties in het palet Penseelvariatie die zijn gemarkeerd met een sterretje (*), gelden alleen voor gebruikers met een drukgevoelig tablet. De beschikbare opties zijn afhankelijk van het gebruikte tablettype.
5 Voer of stel een waarde in voor de Vervagingssnelheid (pixels) om een drempel te selecteren voor het aantal pixels waarop u het in- en uitfaden wilt toepassen.
Bij lagere waarden is de vervaging sneller en bij hogere waarden is de vervaging langzamer.
6 Voer of stel een waarde in voor de Jitter Plaatsing (%) om een percentage te selecteren voor het willekeurig aanpassen van de locatie van de penseelafdruk, in verhouding tot het documentformaat.
Selecteer het selectievakje Schaal als u wilt dat de jitter proportioneel wordt geschaald wanneer u de penseelgrootte wijzigt.
7 Voer of stel een waarde in voor Afdrukken per stap om aan te geven hoeveel penseelafdrukken per stap worden gemaakt van de penseelstreek.
Als u de opties voor penseelvariatie wilt terugzetten op de standaardwaarden, klikt u op Palet Penseelvariatie opnieuw instellen .
Als u een variatie hebt geladen met een penseel en vervolgens een ander penseel laadt zonder de bijbehorende variatie te laden, kan het nieuwe penseel de variatie-instellingen overnemen van het vorige penseel. Klik op Palet Penseelvariatie opnieuw instellen om eventuele resterende variatie-instellingen te wissen.
U kunt het gewijzigde penseel opslaan als een penseelpunt of een voorinstelling. Zie “Penseelpunten en voorinstellingen voor penselen maken” op pagina 469 voor meer informatie over het opslaan van penselen en voorinstellingen.