In het tabblad Aanpassen kunt u foto's één foto tegelijk bewerken. Wijzigingen worden telkens toegepast als u op een nieuw gereedschap of functie klikt. U kunt bewerkingen ook ongedaan maken. Tijdens het bewerken kunt u teruggaan om de oorspronkelijke afbeelding te bekijken. Als u klaar bent met het bewerken van een foto kunt u eenvoudig verder gaan naar de volgende foto, door op een miniatuur in het palet Ordenen te klikken. U hebt de optie om op te slaan als u op een andere foto klikt, of u kunt ervoor kiezen automatisch op te slaan door Automatisch opslaan in te schakelen als hierom wordt gevraagd.
Foto's bewerken of aanpassen in Aanpassen
• Voer een van de volgende handelingen uit in het palet Aanpassen:
• Klik op een gereedschap en pas de regelingen aan om de foto te bewerken. De bewerkingen worden toegepast als u op de knop Aanpassen klikt, of als u andere gereedschappen of aanpassingsopties selecteert.
• Klik op de naam van de functie die u wilt gebruiken. De regelknoppen worden weergegeven. De wijzigingen worden toegepast als u op een andere functie klikt.
Wijzigingen ongedaan maken in Aanpassen
• Voer een van de volgende handelingen uit:
• Klik op de knop Ongedaan maken op de werkbalk.
• Klik op de knop Herstellen onder in het werkvlak Aanpassen om alle wijzigingen ongedaan te maken.
Een foto weergegeven in het tabblad Aanpassen
De oorspronkelijke afbeelding weergeven
• Klik onder in het werkvlak Aanpassen op de knop Origineel weergeven en houd deze ingedrukt.
Laat de knop los om terug te keren naar de bewerkte versie van de afbeelding.