Afbeeldingen retoucheren en herstellen : Gebieden vullen met kleuren, verlopen of patronen
 
Gebieden vullen met kleuren, verlopen of patronen
U kunt een selectie of laag vullen met de voor- of achtergrondkleur, een verloop of een patroon. U kunt alle pixels vullen of alleen die pixels die overeenkomen met de opties die u opgeeft. Wanneer u op de afbeelding klikt, zoekt en vult het gereedschap Vlakvulling alle aaneengesloten pixels die overeenkomen met de geselecteerde pixel.
Aaneengesloten pixels lijken op een doorlopende keten overeenkomende pixels die uit de oorspronkelijk aangeklikte pixel voortkomen. Wanneer het gereedschap Vlakvulling een pixel vindt die niet overeenkomt met de geselecteerde pixels, wordt de keten gebroken. Zelfs als er tussen overeenkomende pixels maar één andere pixel ligt, worden de pixels behandeld als niet aaneengesloten.
Wat is het verschil tussen de gereedschappen Vlakvulling en Kleur vervangen?
Aangezien het gereedschap Vlakvulling pixels kan vullen die aan bepaalde criteria (zoals RGB-waarde) voldoen, lijkt het effect ervan zo op het gereedschap Kleur vervangen.
Het gereedschap Vlakvulling vult overeenkomende pixels die aansluiten op de oorspronkelijke pixel waarop u klikt, terwijl het gereedschap Kleur vervangen pixels binnen de penseelstreek of in de hele laag wijzigt.
Het gereedschap Kleur vervangen wijzigt pixelkleuren op basis van de RGB-waarde. Het gereedschap Vlakvulling wijzigt pixels op basis van waarden voor RGB, kleurtoon, helderheid of dekking.
Een gebied vullen met een kleur, verloop of patroon
tabblad Bewerken 
1 Kies het gereedschap Vlakvulling op de werkbalk Gereedschappen.
2 Kies de voor- of achtergrondkleur, het verloop of patroon waarmee het gebied moet worden gevuld.
3 Kies op het palet Opties voor gereedschap een van de volgende opties in de vervolgkeuzelijst Afstemmingsmodus.
Geen — vult alle pixels
RGB-waarde — hiermee vult u pixels die overeenkomen met de rode, groene en blauwe waarden van de pixel waar u op klikt
Kleur — hiermee vult u pixels die overeenkomen met de arceringsvariaties van de pixel waar u op klikt
Helderheid — hiermee vult u pixels die overeenkomen met de perceptuele lichtheidswaarde van de pixel waar u op klikt
Perceptueel — hiermee vult u pixels die overeenkomen met de perceptuele arceringsvariatie en lichtheid van de pixel waar u op klikt
Traditioneel — hiermee vult u pixels die overeenkomen met rode, groene en blauwe waarden, met een afwijking naar de lichtheidsvariaties. Met deze afstemmingsmodus ontstaat daarom een duidelijker onderscheid dan met de afstemmingsmodus RGB-waarde.
Geheel dekkend — hiermee vult u alle pixels die niet volledig onzichtbaar zijn (met andere woorden, die een dekkingswaarde van 1 of hoger hebben). Als u deze optie kiest, wordt het bedieningselement Tolerantie uitgeschakeld.
Dekking — hiermee vult u pixels die overeenkomen met de dekkingswaarde van de pixel waar u op klikt
4 Typ of stel een waarde van 0 tot 200 in voor Tolerantie om te bepalen hoe nauwkeurig de geselecteerde pixels moeten overeenkomen met de pixel waarop u klikt.
Bij lagere instellingen worden alleen pixels met nauw overeenstemmende kleuren gevuld; bij hogere instellingen worden er meer pixels gevuld.
5 Kies een optie uit de vervolgkeuzelijst Mengmodus om te bepalen hoe gevulde pixels worden gemengd met pixels van onderliggende lagen.
De mengmodi zijn hetzelfde als de mengmodi van de lagen.
6 Typ of stel een waarde in voor Dekking om de dekkingsgraad van de vulling te bepalen.
Bij 100 procent dekking bedekt de verf alles; bij 1 procent dekking is de verf bijna helemaal transparant.
7 Plaats de cursor over het gebied van de selectie of afbeelding dat u wilt vullen en klik vervolgens om met het voorgrondmateriaal te vullen of klik met de rechtermuisknop om met het achtergrondmateriaal te vullen.
U kunt de aanpassing beperken tot een specifiek gebied door een selectie in de afbeelding te maken voordat u het gereedschap Vlakvulling gebruikt. Zie Werken met selecties voor meer informatie over selecties.
U kunt het vullen beperken tot alleen overeenkomende pixels van de huidige laag door het selectievakje Alle lagen gebruiken uit te schakelen.
Zie Lagen mengen voor meer informatie over het gebruik van mengmodi. Zie Penseelopties kiezen voor meer informatie over het kiezen van opties voor penselen.