De meeste digitale foto's moeten een beetje worden verscherpt, omdat er tijdens het opnameproces in digitale camera’s zachtheid is geïntroduceerd. Het bewegen van de camera op het moment van de opname kan ook leiden tot enige noodzaak tot verscherping, aangezien op digitale camera's eerder enigszins onscherpe foto's worden gemaakt dan met analoge toestellen. In de meeste gevallen is dit probleem echter gemakkelijk op te lossen.
Foto's hebben de neiging te verzachten door het aanbrengen van wijzigingen als de kleur- en tooncorrecties of het aanpassen van het formaat van een afbeelding. Daarom raden wij u aan om de noodzakelijke verscherping aan te brengen voordat u foto’s gaat afdrukken, delen of archiveren.
Corel PaintShop Pro biedt opdrachten voor verscherping waarmee vage foto's kunnen worden verscherpt door het contrast van aangrenzende pixels te vergroten. U kunt de verscherpingsopdrachten op een selectie, een laag of op de hele afbeelding toepassen:
• U kunt details met een hoge frequentie, zoals randen, verscherpen, terwijl u details met een lage frequentie, zoals grote gebouwen, kleurverlopen en achtergrondkleuren zoals de lucht, negeert.
• U kunt de afbeelding verscherpen en de duidelijkheid verbeteren door het contrast tussen naast elkaar liggende pixels te verhogen, voornamelijk langs de randen in foto’s.
• U kunt de randen met gemiddeld tot hoog contrast in de afbeelding verscherpen zonder de grofkorreligheid te verhogen. Dit wordt vaak gedaan bij professionele kleurcorrecties.
Verscherpen met hoge frequentie
tabblad Bewerken
1 Kies AanpassenScherpteHigh-pass verscherpen.
Het dialoogvenster High-pass verscherpen wordt geopend.
2 Typ of stel een waarde van 0.00 tot 250.00 in in het element Bereik om de afstand waarbinnen afwijkende pixels worden verscherpt aan te geven.
Opmerking: Voor foto's met close-uponderwerpen en zachtere details is meestal een hogere Bereik-instelling nodig, terwijl voor foto's met veel kleine details over het algemeen een lagere Bereik-instelling voldoet.
3 Typ of stel een waarde van 0 tot 100 in voor Sterkte om de algehele kracht van de opdracht te bepalen.
4 Kies in de vervolgkeuzelijst Mengmodus een van de volgende opties om te bepalen hoe de gebieden die met een hoge frequentie zijn verscherpt in het gebied van de oorspronkelijke afbeelding worden gemengd:
• Overlay — verwijdert de neutrale tonen in de afbeelding en de laat randdetails uitsteken
• Hard licht — levert een groter contrast op dan bij Overlay
• Zacht licht — levert een foto op met een zachter uiterlijk
5 Klik op OK.
Minimale verscherping toepassen
tabblad Bewerken
• Kies AanpassenScherpteVerscherpen.
Herhaal de opdracht voor een verdubbeling van het effect.
Gemiddelde verscherping toepassen
tabblad Bewerken
• Kies AanpassenScherpteNog scherper.
Herhaal de opdracht voor een verdubbeling van het effect.
Verscherping met lage frequentie en hoge frequentie toepassen
tabblad Bewerken
1 Kies AanpassenScherpteOnscherp masker.
Het dialoogvenster Onscherp masker wordt geopend.
2 Voer of stel een waarde van 0,01 tot 100,00 in voor Bereik om de afstand (radius) waarbinnen afwijkende pixels worden verscherpt aan te geven.
Opmerking: Voor foto's met close-uponderwerpen en zachtere details is meestal een hogere Bereik-instelling nodig, terwijl voor foto's met veel kleine details over het algemeen een lagere Bereik-instelling voldoet.
3 Typ of stel een waarde van 1 tot 500 in voor Sterkte om de algehele kracht van de opdracht te bepalen.
4 Typ of stel een waarde in van 0 tot 100 in het element Afknippen om aan te geven welke lichtheidswaarden de aangrenzende pixels moeten hebben om te worden verscherpt.