Afbeeldingen retoucheren en herstellen : Afbeeldingsgebieden wissen
Afbeeldingsgebieden wissen
Met het gereedschap Wisser kunt u gebieden van een laag wissen, zodat deze transparant of semitransparant worden. Een grijs en wit dambordpatroon geeft aan dat gebieden transparant zijn.
Met het gereedschap Achtergrondwisser verwijdert u snel de achtergrond van een afbeelding.
Met het gereedschap Achtergrondwisser kunt u pixels selectief wissen. U kunt in een foto van een bergketen bijvoorbeeld de lucht wissen of een object uit het omliggende gebied isoleren.
Het verschil tussen ongedaan maken en wissen
Wanneer u in PaintShop Pro een actie ongedaan maakt, wordt het detail van de oorspronkelijke afbeelding hersteld. Om het verschil tussen ongedaan maken en wissen te begrijpen, volgt hier het voorbeeld van penseelstreken. Als u een fout maakt met een penseelstreek en deze wist, gaan de afbeeldingsdetails onder de streek verloren. U kunt verf wissen als u bepaalde pixels transparant wilt maken. U kunt ook een bepaald effect creëren door te wissen, bijvoorbeeld om een laag door een andere laag heen weer te geven.
Instellingen voor de Achtergrondwisser
U kunt de standaardinstellingen voor het gereedschap Achtergrondwisser aanpassen op het palet Opties voor gereedschap. U kunt bijvoorbeeld de instellingen voor dekking, kleurtolerantie en samplegebied wijzigen.
U kunt de volgende bedieningselementen instellen wanneer u het gereedschap Achtergrondwisser gebruikt:
Dichtheid — bepaalt het dichtheidsniveau. Wanneer de dekkingsinstelling op 100% is ingesteld, worden pixels volledig gewist om ze transparant te maken. Bij een lagere dekking worden pixels gedeeltelijk transparant.
Tolerantie — bepaalt hoe nauwkeurig de geselecteerde pixels met de voorbeeldpixel moeten overeenkomen. Het waardebereik loopt van 0 tot 512. Bij lagere instellingen worden alleen pixels met nauw overeenstemmende kleuren gewist. Bij hogere instellingen worden er meer pixels gewist. (Deze optie is niet beschikbaar als het selectievakje Automatische tolerantie wordt geselecteerd.)
Scherpte — bepaalt in hoeverre de zachtheid van de gewiste rand afhankelijk is van het kleurverschil tussen het object en de achtergrond. Het bereik van de waarden ligt tussen 0 en 100. Bij lagere instellingen vormen de te wissen randen een kleurverloop (een geleidelijkere kleurovergang). Hogere instellingen geven een abruptere kleurovergang te zien.
Sampling — bepaalt op basis waarvan pixels worden gewist. Dit besturingselement biedt de volgende opties:
Eenmaal — een sample nemen op het punt waar u als eerste klikt en alle overeenkomende pixels tijdens de streek wissen. Met deze instelling wist u vergelijkbare kleuren en blijven door u gewenste gebieden behouden.
Aaneengesloten — voortdurend samples nemen en alle pixels die overeenkomen wissen. Als het gebied dat u wilt wissen nogal variabel is, kunt u deze opties gebruiken en de waarde Stap laag instellen, zodat het gebied tijdens het wissen regelmatig wordt gesampled. Met dit gereedschap kunt u alle voorkomende kleuren wissen, waaronder voorgrondkleuren als de pixel die wordt gesampled in een gebied op de voorgrond ligt.
Achtergrondstaal — wist alle pixels die overeenkomen met de huidige achtergrondkleur in het palet Materialen
Voorgrondstaal — wist alle pixels die overeenkomen met de huidige voorgrondkleur in het palet Materialen
Limieten — geeft aan of gewiste pixels naast elkaar moeten liggen. Dit besturingselement biedt de volgende opties:
Niet-aaneengesloten: — wist alle pixels op het pad van het gereedschap die overeenkomen met de gesamplede pixels, zelfs als ze niet naast elkaar liggen. U kunt deze modus gebruiken om gebieden te corrigeren waarin de achtergrond zichtbaar is door gaten in de afbeelding.
Aaneengesloten — wist alleen aaneengesloten pixels die overeenkomen met de gesamplede pixels. U kunt deze modus gebruiken wanneer de achtergrondpixels een kleur hebben die lijkt op de kleur van de randen van het object dat u wilt isoleren.
RandenZoeken — gebruikt de gegevens van de rand om het wissen te beperken
Automatische tolerantie — bepaalt de tolerantie op basis van de pixels op het pad van het gereedschap. De tolerantie kan voortdurend veranderen naarmate het gereedschap over verschillende delen van de laag wordt verplaatst. Schakel dit selectievakje uit als u een instelling voor Tolerantie wilt opgeven.
Alle lagen gebruiken — samplet gegevens van alle samengevoegde lagen. Alleen pixels in de huidige laag worden gewist. Schakel dit selectievakje uit als u alleen gegevens uit de huidige laag wilt samplen.
Helderheid negeren — met deze optie worden grote verschillen in kleurhelderheid en -verzadiging genegeerd. U kunt dit selectievakje inschakelen wanneer de kleuren van het object dat u wilt isoleren sterk verzadigd zijn en de achtergrond onverzadigd is, of omgekeerd.
Moet ik automatische of handmatige tolerantie gebruiken?
U moet beginnen met het inschakelen van het selectievakje Automatische tolerantie. Als u merkt dat er te veel of te weinig wordt gewist in de afbeelding, kunt u het selectievakje Automatische tolerantie uitschakelen en de waarde in het vak Tolerantie verhogen of verlagen.
* Een afbeeldingsgebied wissen
tabblad Bewerken 
1 Kies het gereedschap Wisser op de werkbalk Gereedschappen.
2 Kies de gewenste penseelopties op het palet Opties voor gereedschap.
Zie Penseelopties kiezen voor meer informatie over het instellen van opties voor penselen.
3 Sleep in de te wissen afbeelding.
 
U kunt ook
 
Gewiste pixels herstellen
Houd de rechtermuisknop ingedrukt terwijl u de muis over het gewiste gebied sleept.
Een rechte lijn wissen
Klik aan het begin van de lijn, houd de Shift-toets ingedrukt en klik aan het einde van de lijn. Als u de lijn verder wilt wissen, verplaatst u de aanwijzer naar het volgende punt, houdt u de Shift-toets ingedrukt en klikt u nogmaals.
Als u de achtergrondlaag wist, wordt met het gereedschap Wisser gewist tot transparantie en wordt de laag automatisch een rasterlaag.
* Het achtergrondgebied van een afbeelding wissen
tabblad Bewerken 
1 Klik op het palet Lagen op de laag die het afbeeldingselement bevat dat u wilt isoleren.
2 Kies het gereedschap Achtergrondwisser op de werkbalk Gereedschappen.
3 Kies de gewenste penseelopties op het palet Opties voor gereedschap.
Zie Penseelopties kiezen voor meer informatie over het instellen van opties voor penselen.
4 Sleep rond de randen van het afbeeldingsgebied dat u wilt isoleren.
Langzame, zorgvuldige streken geven de beste resultaten. Houd het midden van penseel op gebieden die u wilt wissen en de randen op gebieden die u wilt behouden.
 
U kunt ook
 
Gewiste pixels herstellen
Klik met de rechtermuisknop en sleep.
Een rechte lijn wissen
Klik eenmaal op het beginpunt, houd de Shift-toets ingedrukt en klik op het eindpunt. Als u de lijn verder wilt wissen, verplaatst u de aanwijzer naar het volgende punt, houdt u de Shift-toets ingedrukt en klikt u nogmaals.
Overschakelen naar het gereedschap Wisser
Houd de Backspace-toets ingedrukt terwijl u sleept met de muis.
De achtergrond wordt automatisch omgezet in een rasterlaag wanneer u hierop werkt met het gereedschap Achtergrondwisser.
U kunt de transparante achtergrond behouden (als u de zichtbare inhoud op een andere laag of achtergrond wilt plaatsen) door uw bestand op te slaan met een van de volgende bestandsindelingen: PSPImage, PNG, GIF.