Vectorobjecten uitlijnen, verdelen en schikken
U kunt vectorobjecten op het doek uitlijnen, verdelen en schikken. U kunt bijvoorbeeld de randen uitlijnen, ze gelijkmatig verdelen, ze op het doek centreren of de volgorde wijzigen (van boven naar beneden) op een laag. Elk object dat u op een laag tekent, wordt boven op het vorige gestapeld.
Wanneer u een vectorobject verplaatst, kunt u het laten uitlijnen met een ander vectorobject.
Een vectorobject verplaatsen
1
Kies het
Selectiegereedschap 
op de werkbalk Gereedschappen.
Als u meerdere objecten wilt uitlijnen, houdt u de
Shift-toets ingedrukt terwijl u de objecten selecteert.
Er verschijnt nu een grensvak om de geselecteerde objecten.
3
Sleep de geselecteerde objecten naar een nieuwe positie.
|
|
|
Een object pixel voor pixel verplaatsen |
|
Een object met 10 pixels tegelijk verplaatsen |
Houd Ctrl ingedrukt en druk op een pijltoets. |
Een object met 50 pixels tegelijk verplaatsen |
Houd Shift ingedrukt en druk op een pijltoets. |
Een object met 100 pixels tegelijk verplaatsen |
Houd Shift + Ctrl ingedrukt en druk op een pijltoets. |
Vectorobjecten uitlijnen
1
Kies het
Selectiegereedschap op de werkbalk Gereedschappen.
2
Selecteer het eerste vectorobject.
3
Houd
Shift ingedrukt en selecteer de andere objecten die u wilt uitlijnen.
4
Klik op het palet Opties voor gereedschap op een van de volgende knoppen in het groepsvak
Uitlijning objecten:
•
Boven uitlijnen 
•
Onder uitlijnen 
•
Links uitlijnen 
•
Rechts uitlijnen 
•
Verticaal midden uitlijnen 
•
Horizontaal midden uitlijnen 
Als u een object wilt verplaatsen, selecteert u het op het palet Lagen en sleept u het omhoog of omlaag in de lijst.
Objecten gelijkmatig verdelen
1
Kies het
Selectiegereedschap op de werkbalk Gereedschappen.
2
Houd
Shift ingedrukt terwijl u een selectiekader rond de objecten sleept.
Opmerking: U kunt objecten alleen ten opzichte van elkaar verdelen als er drie of meer objecten zijn geselecteerd.
3
Klik op het palet Opties voor gereedschap op een van de volgende knoppen in het groepsvak Verdeling objecten:
•
Verticaal boven verdelen 
•
Verticaal midden verdelen 
•
Verticaal onder verdelen 
•
Horizontaal rechts verdelen 
•
Horizontaal midden verdelen 
•
Horizontaal links verdelen 
Vectorobjecten uitlijnen op het doek
1
Kies het
Selectiegereedschap op de werkbalk Gereedschappen.
Als u meerdere objecten wilt uitlijnen, houdt u
Shift ingedrukt terwijl u een selectiekader rond de objecten sleept.
3
Klik op het palet Opties voor gereedschap op een van de volgende knoppen in het groepsvak Positie op doek:
•
Centreren op doek 
•
Horizontaal gecentreerd uitlijnen op doek 
•
Verticaal gecentreerd uitlijnen op doek 
Vectorobjecten verdelen op het doek
1
Kies het
Selectiegereedschap op de werkbalk Gereedschappen.
Als u meerdere objecten wilt verdelen, sleept u een selectiekader rond de objecten.
3
Klik op het palet Opties voor gereedschap op een van de volgende knoppen in het groepsvak Positie op doek:
•
Horizontaal gelijkmatig verdelen 
•
Verticaal gelijkmatig verdelen 
Vectorobjecten schikken
1
Kies het
Selectiegereedschap op de werkbalk Gereedschappen.
3
Klik met de rechtermuisknop op het object, kies
Schikken en selecteer een van de volgende opties:
•
Vooraan — hiermee plaatst u een object bovenaan.
•
Achteraan — hiermee plaatst u een object onderaan.
•
Omhoog — hiermee plaatst u een object een positie hoger.
•
Omlaag — hiermee plaatst u een object een positie lager.
U kunt de vectorobjecten ook schikken door ze omhoog of omlaag op het palet Lagen te slepen.
Een vectorobject laten uitlijnen met een ander vectorobject
1
Kies het
Selectiegereedschap op de werkbalk Gereedschappen.
2
Selecteer een vectorobject.
3
Sleep het geselecteerde object naar het object waarmee u het wilt laten uitlijnen.
Objecten uitlijnen is standaard ingeschakeld. Als het uitlijnen van objecten is uitgeschakeld, kiest u
Beeld 
Uitlijnen op voorwerp.
Op het uitlijnen van objecten is de ‘aantrekkingskracht’ van toepassing, die de afstand, in pixels, bepaalt waarmee een vectorobject verwijderd moet zijn van een ander vectorobject om ermee te worden uitgelijnd. U kunt de aantrekkingskracht wijzigen door Beeld Eigenschappen Raster, Hulplijn en Uitlijnen wijzigen te kiezen, op het tabblad Object te klikken en door Aantrekkingskracht in te stellen. In het groepsvak Standaardinstellingen ziet u de standaardinstelling voor objecten uitlijnen. Het groepsvak Instellingen huidige afbeelding bevat de instelling voor objecten uitlijnen in de huidige afbeelding.
Als andere uitlijningsopties (Uitlijnen op raster of Uitlijnen op hulplijnen) ook zijn ingeschakeld, wordt een vectorobject uitgelijnd op het dichtstbijzijnde ingeschakelde uitlijningsdoel. Als de uitlijningsdoelen zich op dezelfde afstand van het object bevinden, wordt het object uitgelijnd op het raster of de hulplijn.