In PaintShop Pro kunt u verschillende typen tekst toepassen op afbeeldingen. U kunt vectortekst, rastertekst of een tekstselectie maken. Het type tekst dat u toepast, hangt af van het effect dat u wilt bereiken.
Vectortekst, die in de meeste gevallen wordt gebruikt, is het meest veelzijdige type tekst omdat u de teksttekens op ieder gewenst moment kunt bewerken. U kunt bijvoorbeeld de woorden, het lettertype, de stijl en uitlijning wijzigen. In tegenstelling tot bij rastertekst, blijven bij vectortekst de heldere, scherpe randen behouden wanneer u het formaat wijzigt. Zie Vectorobjecten tekenen en bewerken voor meer informatie over vectorobjecten.
U kunt tekst toevoegen aan foto's.
Wanneer u gereedschappen of opdrachten toepast die alleen voor rasters kunnen worden gebruikt, zoals het gereedschap Maasvormig verwringen of een effect, wordt de vectortekst omgezet in een rasterlaag en kan deze niet meer als tekst worden bewerkt.
U kunt rastertekst niet bewerken nadat u deze heeft toegepast. Daarom moet u rastertekst alleen toepassen als u zeker weet dat u de woorden en opmaak niet hoeft te wijzigen. U maakt rastertekst als een zwevende selectie op een nieuwe rasterlaag, zodat u de tekst eenvoudig kunt verplaatsen en transformeren voordat u deze toepast op de afbeelding. Als een rastertekst niet-zwevend wordt gemaakt, wordt de rastertekst samengevoegd met de onderliggende rasterlaag. Als een vectorlaag actief is wanneer u de rastertekst niet-zwevend maakt, wordt in PaintShop Pro een nieuwe rasterlaag gemaakt.
U kunt een selectie in de vorm van tekst maken en deze bewerken net als elke andere selectie. U kunt een tekstselectie ook gebruiken om speciale effecten te maken. U kunt de tekens in een tekstselectie bijvoorbeeld vullen met een afbeelding. U kunt tekst ook met een afbeelding vullen met de Tekstsnijder. Zie Uitgesneden tekst gevuld met een afbeelding maken voor meer informatie. Net als bij rastertekst kunt u tekst in een selectie niet bewerken. Zie Werken met selecties voor meer informatie over het maken van selecties.
Wanneer u tekst maakt, kunt u opmaakopties zoals het lettertype, de tekengrootte en uitlijning opgeven, plus de teken- en regelafstand. Zie Tekst opmaken voor meer informatie over opties voor tekstopmaak.
U kunt vector- of rasterteksten en tekst in een selectie op ieder gewenst verwijderen.
Zie Het palet Materialen gebruiken voor meer informatie over het kiezen van kleuren voor de tekstomlijning en -vulling op het palet Materialen.
Nadat u het gereedschap Tekst hebt geselecteerd, kunt u de lettertypegrootte ook instellen door te klikken en in het afbeeldingsvenster te slepen om een tekstobject met de gewenste grootte te maken. In een knopinfo wordt de lettertypegrootte tijdens het slepen vermeld.
U kunt de tekst ook toepassen nadat u deze hebt getypt door te dubbelklikken in het gebied buiten het tekstobject.
U kunt ook de volgende selectiemethoden gebruiken: dubbelklik op een woord om het te selecteren, klik drie keer op een regel om deze te selecteren en klik vier keer in de tekst of druk op Ctrl + A om de hele tekst te selecteren.