Aangezien de meeste webbrowsers GIF- en JPEG-afbeeldingen herkennen, worden deze twee indelingen het meest gebruikt voor de opslag van webafbeeldingen. Nieuwere webbrowserversies herkennen ook de recentere indeling PNG, en veel webbrowsers ondersteunen de indelingen Wireless Bitmap (WBMP) en i-mode, populaire indelingen voor draadloze apparaten.
Bij het opslaan van afbeeldingen voor het web spelen drie belangrijke factoren een rol: lagen, kleurdiepte en bestandsgrootte.
Aangezien geen van de huidige webbrowsers afbeeldingen met meerdere lagen kan weergeven, moeten de lagen van een afbeelding samengevoegd worden voordat u de afbeelding voor het web opslaat.
Bepaalde computers kunnen maximaal 256 kleuren weergeven. Als een afbeelding op een webpagina meer kleuren bevat, gebruikt de webbrowser een eigen dithering-methode om de afbeelding weer te geven. Hierdoor kunnen er kleurafwijkingen optreden. Als u de kleurdiepte van een afbeelding terugbrengt tot 8 bits (256 kleuren) voordat u deze op uw webpagina plaatst, wordt het uiterlijk consistenter. Zie Werken met geavanceerde kleurfuncties voor meer informatie over kleurdiepte.
Webbestandsformaten en bestandsgrootten
Voor de meeste gebruikers die een webpagina oproepen, is de bestandsgrootte van belang. Hoe groter een afbeeldingsbestand is, hoe langer het downloaden duurt. Gebruikers moeten er dus langer op wachten. Selecteer bij voorkeur een bestandsindeling waarbij de afbeeldingsgrootte wordt gereduceerd en de kwaliteit zo hoog mogelijk blijft.
Kies een van de volgende bestandsindelingen wanneer u afbeeldingen opslaat voor gebruik op het web:
Wat is het verschil tussen compressie met verlies en compressie zonder verlies?
Compressie met verlies is een compressiemethode waarbij gegevens worden verwijderd om de bestandsgrootte te verkleinen. Bij compressie zonder verlies blijven daarentegen alle oorspronkelijke afbeeldingsgegevens behouden en wordt de bestandsgrootte verkleind door pixelpatronen in de afbeelding op te slaan.