Titels en ondertitels : Tekst opmaken
Tekst opmaken
U kunt tekst opmaken door het lettertype, de tekstuitlijning en de tekstrichting te wijzigen. U kunt de tekstrichting bijvoorbeeld instellen als links-naar-rechts, rechts-naar-links of verticaal. U kunt ook randen en schaduwen toevoegen, of de tekst draaien. U kunt een tekstachtergrond toevoegen om uw tekst te projecteren op een vaste of hellende vorm om de tekst te laten uitspringen. Daarnaast kunt u opgeven hoe lang een titelfragment moet worden weergeven door de duur van het titelfragment in te stellen.
Tekstrichting is een van de vele opmaakinstellingen voor titels.
* Titels bewerken
1 Selecteer een titelfragment op de titeltrack van de tijdlijn en klik op het voorbeeldvenster om titelbewerking in te schakelen.
2 Klik in het paneel Opties op een van de volgende knoppen op de pagina Tekstinstellingen om toegang te krijgen tot de bewerkingsopties voor titels:
Lettertype
Stijlen
Rand
Schaduw
Achtergrond
Beweging
Effect
Als u de tekstrichting wilt wijzigen, raden we u aan deze in te stellen voordat u begint met typen.
* Tekst in het voorbeeldvenster draaien
1 Dubbelklik op een titel in de titeltrack.
2 In het voorbeeldvenster worden gele en paarse grepen rond de tekst weergegeven.
3 Klik en sleep de paarse greep naar de gewenste positie.
U kunt de tekst ook draaien met behulp van het Optiepaneel. Geef op het tabblad Bewerken een waarde op bij Aantal graden draaien om de draaihoek in te stellen.
* Een tekstachtergrond toevoegen
1 Selecteer een titelfragment op de titeltrack van de tijdlijn en klik op het voorbeeldvenster om titelbewerking in te schakelen.
2 Klik op de pagina Tekstinstellingen van het paneel Opties op de knop Achtergrond.
3 Selecteer Effen achtergrondbalk of Passend bij tekst.
Als u Passend bij tekst hebt gekozen, kiest u in de vervolgkeuzelijst een vorm en stelt u een waarde in het vak Vergroten in.
4 Selecteer in het gedeelte Kleurinstelling de optie Effen of Verloop en selecteer een achtergrondkleur in de kleurenwaaier.
5 Als u Verloop hebt gekozen, klikt u op een van de pijltoetsen om de verlooprichting aan te geven en selecteert u een tweede kleur in de tweede kleurenwaaier.
6 Geef een waarde op in het vak Transparantie. Des te hoger de waarde, des te meer transparantie.
* De tekstrand en transparantie wijzigen
1 Selecteer een titelfragment op de titeltrack van de tijdlijn en klik op het voorbeeldvenster om titelbewerking in te schakelen.
2 Klik op de pagina Tekstinstellingen van het paneel Opties op de knop Rand.
3 Wijzig een of meer van de volgende instellingen:
Transparante tekst: Schakel het selectievakje uit om de tekst met kleur te vullen. Als het selectievakje is aangevinkt, is er geen vulling (transparant).
Buitenrand: Schakel dit selectievakje in om randdikte toe te voegen aan de buitenrand van de tekst.
Randdikte: Hiermee geeft u de dikte van de buitenrand op.
Lijnkleur: Hiermee geeft u de randkleur op.
Teksttransparantie: Met hogere waarden verhoogt u de transparantie van de tekst; voer een waarde van 0 in voor tekst zonder transparantie.
Zachte rand: Met hogere waarden maakt u de tekstrand zachter.
* De schaduw of gloed van tekst wijzigen
1 Selecteer een titelfragment op de titeltrack van de tijdlijn en klik op het voorbeeldvenster om titelbewerking in te schakelen.
2 Klik op de pagina Tekstinstellingen van het paneel Opties op de knop Schaduw.
3 Klik op het overeenkomstige pictogram van een van de volgende opties om de gewenste instellingen te wijzigen:
Geen: Geen schaduw of gloed
Druppelschaduw: Hiermee kunt u de positie, kleur, transparantie en de zachtheid van de rand opgeven voor de schaduw van de tekst.
Gloeiende schaduw: Hiermee kunt u de intensiteit, kleur, transparantie en de zachtheid van de rand opgeven voor het gloedeffect rond de tekst.
Uitgestoken schaduw: Hiermee kunt u de positie (illusie van diepte) en de kleur van het effect opgeven.
* De tekstbeweging wijzigen (tekstanimatie en -fade)
1 Selecteer een titelfragment op de titeltrack van de tijdlijn en klik op het voorbeeldvenster om titelbewerking in te schakelen.
2 Klik op de pagina Tekstinstellingen van het paneel Opties op de knop Beweging.
3 Zorg dat het selectievakje links van Toepassen is ingeschakeld.
4 Selecteer het type beweging dat u wilt toepassen in de vervolgkeuzelijst.
5 Klik op de miniatuur van de vooraf ingestelde beweging die u wilt toepassen.
6 Als u de voorinstelling wilt wijzigen, kunt u een van de instellingen rechts van de vooraf ingestelde miniaturen aanpassen.
 
* Een vooraf ingestelde titel gebruiken
1 Klik op het titelfragment op de tijdlijn en dubbelklik vervolgens op het voorbeeldvenster.
2 Klik op het tabblad Bewerken op de vervolgkeuzelijst Vooraf ingestelde titelstijl en klik op een miniatuur om het effect toe te passen.
 
* De duur van titelfragmenten aanpassen
Voer een van de volgende handelingen uit:
Versleep de grepen van het fragment op de tijdlijn.
Selecteer het fragment op de tijdlijn, open het Optiepaneel, klik op het tabblad Bewerken en geef een waarde op in het vak Duur.