Voorinstellingen voor snelheid
Met de categorie Snelheid in de bibliotheek krijgt u toegang tot voorinstellingen voor de meest toegepaste instellingen in verband met de snelheid. Door de voorinstelling vanuit de bibliotheek naar een fragment op de tijdlijn te slepen, kunt u snel het gewenste resultaat voor wat betreft de snelheid bereiken. U kunt heel snel instellingen voor 2x, 4x, Omkeren en instellingen voor variabele snelheden toepassen. U kunt de voorinstellingen van Snelheid ook als uitgangspunt gebruiken en de voorinstelling vervolgens fijn afstemmen om het gewenste resultaat voor de snelheid te krijgen. U kunt aangepaste instellingen voor Snelheid opslaan als voorinstelling, die u later vanuit de bibliotheek kunt toepassen.
* Een voorinstelling gebruiken voor Snelheid
1 Klik in het paneel Bibliotheek op de knop Snelheid om de miniaturen weer te geven van verschillende voorinstellingen voor de snelheid.
Als u de voorinstellingen in de bibliotheek per categorie wilt weergeven, selecteert u een van de categorieën voor Snelheid in de lijst Galerij.
2 Sleep een voorinstelling voor Snelheid vanuit de bibliotheek naar uw fragment op de tijdlijn.
Als u een voorinstelling voor de snelheid wilt bewerken nadat u deze heeft toegepast op een fragment op de tijdlijn, klikt u met de rechtermuisknop op het fragment op de tijdlijn en kiest u Snelheid > Variabele snelheid. In het venster Variabele snelheid kunt u de voorinstelling bewerken en de gewenste wijzigingen opslaan. Zie De variabele snelheid van uw videofragment aanpassen voor meer informatie.
* Een aangepaste voorinstelling voor variabele snelheid opslaan
1 Nadat u een instelling voor variabele snelheid voor een fragment heeft bewerkt of gemaakt in het venster Variabele snelheid, klikt u op de knop Opslaan als.
2 Typ een naam in het vak Sjabloonnaam van het venster Opslaan als snelheidssjabloon.
3 Kies in de vervolgkeuzelijst Opslaan in een bibliotheekcategorie voor uw voorinstelling.
4 Klik op OK.
Uw voorinstelling wordt aan de bibliotheek toegevoegd.