Verlopen bewerken
U kunt de kleuren, overgangspunten en transparantie van verlopen wijzigen. U kunt ook standaardverlopen bewerken of uw eigen verlopen maken. Verder kunt u de naam van verlopen wijzigen en verlopen verwijderen en opslaan.
De kleuren, overgangspunten en transparantie van verlopen worden met markeringen en middenpunten aangegeven in de Verloopbewerker:
•
Markeringen
![](../Shared_graphics/Corel-PaintShop-Pro-color-gradient-editor-marker.jpg)
— transparantiemarkeringen worden boven aan de verloopbalk weergegeven. Kleurmarkeringen worden onder de verloopbalk weergegeven.
•
Middenpunten
![](../Shared_graphics/Corel-PaintShop-Pro-color-gradient-editor-midpoint.jpg)
— duiden de posities aan waar twee kleuren in gelijke mate zijn gemengd of duiden de positie van 50% dekking aan. Elk paar markeringen heeft een midden dat op een willekeurige positie tussen de markeringen kan worden geplaatst.
De Verloopbewerker
U kunt markeringen toevoegen en verwijderen, evenals de transparantie, kleur of positie van een markering wijzigen. Ook kunt u de positie van een middenpunt wijzigen.
Belangrijk! Wanneer u een standaardverloop bewerkt en opslaat, wijzigt u het verloop permanent. Als u de standaardverlopen wilt behouden, slaat u de wijzigingen in een nieuw verloopbestand op. Zie
Een bewerkt verloop opslaan voor meer informatie over het opslaan van een verloop. Zie
Corel-programma's installeren en verwijderen voor meer informatie over het herstellen van standaardinstellingen.
De locatie van een markering of middenpunt wijzigen
•
Sleep de markering of het middenpunt naar een nieuwe locatie in de Verloopbewerker.
![*](images/tip.svg)
U kunt ook op de markering of het middenpunt klikken om het item te selecteren en vervolgens een waarde invoeren in het veld Locatie.
Een markering toevoegen
•
Klik in de Verloopbewerker op een positie onder de verloopbalk om een kleurmarkering toe te voegen of klik boven de verloopbalk om een transparantiemarkering toe te voegen.
![*](images/note.svg)
De markering wordt gemaakt in de kleur die op dat moment op de verloopbalk is geselecteerd: Voorgrondkleur, Achtergrondkleur of Eigen kleur.
Een markering verwijderen
•
Sleep in de Verloopbewerker een markering weg van de verloopbalk.
De markeringskleur wijzigen
1
Klik in de Verloopbewerker op een markering onder de verloopbalk om deze te selecteren.
De driehoek boven de markering wordt zwart.
2
Voer een van de volgende taken uit en klik op
OK.
|
|
De voorgrondkleur gebruiken
|
Klik op de knop Voorgrond ![](../Shared_graphics/fore-button-gradient.svg) .
|
De achtergrondkleur gebruiken
|
Klik op de knop Achtergrond ![](../Shared_graphics/back-button-gradient.svg) .
|
De huidige gedefinieerde aangepaste kleur gebruiken
|
Klik op de knop Gebruiker ![](../Shared_graphics/user-button-gradient.svg) .
|
Een nieuwe aangepaste kleur kiezen
|
Klik op het staal naast de knop Gebruiker en maak uw selectie op de pagina Kleur of klik met de rechtermuisknop om recent gebruikte kleuren te selecteren.
|
Een kleur uit het verloop zelf selecteren
|
|
![*](images/tip.svg)
Wanneer u het verloop dat de voor- en achtergrondkleur bevat de volgende keer toepast, worden de huidige voor- en achtergrondkleur van de afbeelding gebruikt (de verloopkleuren zijn dynamisch). Als u een verloop wilt maken dat altijd dezelfde kleuren bevat (de verloopkleuren zijn statisch), gebruikt u aangepaste kleuren op het kleurstaal Gebruiker voor alle markeringen.
De transparantie van een markering wijzigen
1
Klik in de Verloopbewerker op de markering boven de verloopbalk om deze te selecteren.
2
Voer of stel een waarde in voor
Dekking.
De waarden lopen van 0% (volledig transparant) tot 100% (ondoorzichtig). Bij 100% worden de onderliggende pixels volledig bedekt.
Een verloop bewerken die op een vectorobject is toegepast en wijzigingen in real-time bekijken
1
Klik op de werkbalk Gereedschappen op het
Selectiegereedschap ![](../Shared_graphics/Pick.svg)
en selecteer een vectorobject waarop een verloop is toegepast in het afbeeldingsvenster.
2
Klik op het palet
Materialen op het staal
Eigenschappen van achtergrond en vulling om het dialoogvenster
Eigenschappen van materiaal te openen.
3
Klik op het tabblad
Verloop en pas een van de verloopinstellingen aan. Wijzigingen worden in-real time in het afbeeldingsvenster weergegeven.