Bij doezelen wordt het gebied tussen een selectie en de rest van de afbeelding zachter gemaakt door de transparantie van de pixels langs de rand van de selectie geleidelijk te laten toenemen. U kunt de breedte van het doezelingsgebied opgeven.
Wanneer u een selectie kopieert of verplaatst, kunt u met doezelen de selectie laten overgaan in het omliggende gebied, zodat de afbeelding er natuurlijker uitziet. Hoe hoger de doezelingswaarde is, des te zachter de randen zijn. Met een doezelingswaarde van 0 maakt u een selectie met duidelijke randen.
Een selectie zonder doezelen (links) en een selectie met doezelen (rechts)
U kunt doezeling toepassen terwijl u een selectie maakt of nadat u de selectie heeft gemaakt. De mate van doezeling en de positie ervan rondom het selectiekader kan worden aangepast nadat de selectie is gemaakt. Zie Selecties maken voor meer informatie over het maken van selecties.
U kunt in het dialoogvenster Binnen/buiten doezelen klikken op de knop Selectie in-/uitschakelen om te schakelen tussen een voorbeeld van alleen de selectie en een voorbeeld van de selectie en de rest van de afbeelding.